Na een infuus Ocrelizumab moet je even in quarantaine.
De B-cellen waar ik vorige keer al over schreef, zijn immers even ‘op’.
Bovendien blijkt uit recent onderzoek dat zo’n infuus ook wel degelijk een klap op de T-cellen geeft.
Gunstig om nieuwe ontstekingen in mijn brein tegen te gaan. Ongunstig dat er even geen verdediging is tegen ongenode gasten als virussen.
Maargoed, quarantaine dus. Afstand houden, fysieke sociale contacten beperken.
Iedereen kent het nu wel. Maar wat is een goed moment om er weer uit te komen?
Quarantaine of sociale isolatie klinkt beklemmend, benauwd, koud, opgesloten.
Of klinkt het vooral zo, als je bij quarantaine het gevoel hebt dat je iets ontnomen wordt? Dat als je iets niet mag (‘sterk afgeraden’), je er júist naar gaat verlangen?
Als je je een beetje brak voelt, is dat niet zo’n punt.
Als het dan buiten ook nog koud, glad en glibberig is, klopt mijn hartje blij: het is winterslaaptijd!
Tijd voor stilte, rust en verwerking. Stapels boeken, Netflix, dekentje, stamppot, lekkere trui, knorrende kat..
Ik ben er klaar voor.
