Op het eerste oog lijkt het een jaar van niks: je begint met een lockdown en eindigt ermee. Ondanks de vaccins, een bonte verzameling maatregelen en versoepelingen, aannames en beloftes. 2021 was voor veel mensen een nog moeilijker jaar dan 2020. Een jaar om snel te vergeten, hoorde ik hier en daar.
Voor mij was het een jaar van ontsluiering: een confrontatie met mijn eigen realiteit en de reminder dat de wereld groter is dan mijn overzichtelijke navel.
Nog even en dan is 2020 voorbij. Vorig jaar rond deze tijd was ik aan het wennen aan het idee dat ik niet ‘wat plaatselijks’ in mijn been had, maar MS in mijn hoofd. Als Alice in Wonderland voelde ik me het revalidatiecentrum in geslingerd. Hoorde ik nou hier? Veel vanzelfsprekendheden waren al weg. More to go. Verdrietig en met afschuw zag ik mezelf dement en incontinent in een rolstoel kwijlen. Mijn toekomst? Wanneer ben ik daar? Die dag in december 2019, was het gelukkig nog niet zo ver. Vandaag ook niet.
Mijn agenda in 2020
Wat me bij zal blijven van dit jaar, is hoe ànders alles er ineens uit kan zien. Niets is meer vanzelfsprekend. Meer dan ooit ben ik gaan beseffen wat ik mis, wat heel moeilijk of soms zelfs onmogelijk is geworden. Ik ben mezelf aan het leren om bij alles wat ik doe, me af te vragen: wat kost me dit? Wat levert het op, voor mij en voor een ander? Is het me dat waard? Reken maar dat ik weerstand heb gevoeld -en nog steeds wel eens- tegen mijn nieuwe normaal. Dat ik nooit meer terug kan naar mijn oude leven. Maar ja, janken kan altijd nog. Ik was niet van plan om dat de rest van mijn leven te gaan doen. Meer dan ooit ben ik gaan beseffen waar ik blij van word, waar ik van houd, wat mijn motor draaiend houdt. Dat ik nog steeds kan dromen, ontdekken, nieuwsgierig kan zijn, blij kan zijn. En dan was er ook nog Corona.