De dagen worden langer, de zon laat zich vaker zien, alles groeit en bloeit, vogels vliegen af en aan..het is lente!

De dagen worden langer, de zon laat zich vaker zien, alles groeit en bloeit, vogels vliegen af en aan..het is lente!
Spulletjes die nèt geen antiek zijn..
Wat de één wonderschoon, tijdloos of nostalgisch vindt, is voor de ander niets meer dan kitsch, retro of gewoon ouwe zooi.
Dit verhaal gaat over zoiets: mijn blauwe muziek-sieradendoos.
Tegenwoordig vast in menig kringloopwinkeltje te vinden.
Ik heb een exemplaar dat je als vintage kan beschouwen: de ballerina staat namelijk in een (papieren) bos. Zó worden ze niet meer gemaakt!
Toen ik die doos als kind voor een verjaardag kreeg, vond ik hem sprookjesachtig mooi.
Als ik hem opende hoorde ik een liedje dat klonk alsof er een groot, verborgen verhaal achter schuil ging.
Vorige maand was ik jarig. 48.
Best oud, nog lang niet bejaard, maar zeker niet jong meer.
Net als de muzieksieradendoos.
Wat een weertje, hè.
Niet echt een gespreksonderwerp waar ik normaal gesproken warm voor loop.
Maar nu wel.
Oplopende besmettingen, formatiegedoe, klimaatbeloftes, eenzaamheid, vermoedens en lekkages over aanstaande maatregelen en heel veel oordelen. Dan heb ik het nog niet eens over een sinterklaasintocht, vuurwerk, boosters, lockdowns, 2G..pfff.
Ik trek het allemaal niet zo goed. Doe mij maar gewoon het weerbericht.
Dat heeft iets rustigs, geruststellends. Daar heb ik even behoefte aan.
Het weer is er altijd. Iedereen heeft ermee te maken.
Het bepaalt vaak de invulling van mijn dag. Het kan van invloed zijn op mijn stemming.
Ik kan er wat van vinden, maar het hoeft niet.
Morgen, of zelfs tien minuten later kan het weer heel anders zijn.
Dit stukje gaat dus gewoon over het weer.
Ieder seizoen heeft zijn eigen aardigheden.
Maar de herfst past geweldig bij mijn energieniveau: tegen de tijd dat mijn licht uit gaat, wordt het donker.
Herfst nodigt me uit: ga maar naar binnen. Naar huis of in gedachten.
Naar buiten gaan in de herfst, vind ik ook lekker.
Het is overal rustiger, stil. Ik zie weer hoe mooi verval eruit kan zien.
En dan weer naar binnen, waar een dikke oude kat en een dekentje op me wachten om me weer op te warmen.
Er komt een apje binnen op mijn telefoon.
Over een paar dagen is het Koningsdag.
Online wordt er van alles georganiseerd, van digitale kleedjesmarkten tot virtuele feesten en borrels.
Zou Willem-Alexander daar een kijkje nemen? Ik heb geen idee wat zijn idee van een feestje is.
Samen met zijn vrouw en dochters zal hij de High Tech Campus in Eindhoven bezoeken.
Hij zal ook vast nog even van achter het scherm zijn onderdanen begroeten.
En wuiven, uiteraard. Dat vind ik zó koninklijk.
Na een infuus Ocrelizumab moet je even in quarantaine.
De B-cellen waar ik vorige keer al over schreef, zijn immers even ‘op’.
Bovendien blijkt uit recent onderzoek dat zo’n infuus ook wel degelijk een klap op de T-cellen geeft.
Gunstig om nieuwe ontstekingen in mijn brein tegen te gaan. Ongunstig dat er even geen verdediging is tegen ongenode gasten als virussen.
Maargoed, quarantaine dus. Afstand houden, fysieke sociale contacten beperken.
Iedereen kent het nu wel. Maar wat is een goed moment om er weer uit te komen?
Quarantaine of sociale isolatie klinkt beklemmend, benauwd, koud, opgesloten.
Of klinkt het vooral zo, als je bij quarantaine het gevoel hebt dat je iets ontnomen wordt? Dat als je iets niet mag (‘sterk afgeraden’), je er júist naar gaat verlangen?
Als je je een beetje brak voelt, is dat niet zo’n punt.
Als het dan buiten ook nog koud, glad en glibberig is, klopt mijn hartje blij: het is winterslaaptijd!
Tijd voor stilte, rust en verwerking. Stapels boeken, Netflix, dekentje, stamppot, lekkere trui, knorrende kat..
Ik ben er klaar voor.
Even tussendoor: een warme winterherinnering..
December 1979
Mijn vader wast af. Ik mag afdrogen. Mijn zusje is met mijn moeder met de baby bezig.
Ik kijk naar mijn schoen die bij de open haard staat.
‘Hebben we nog wortels?’. Mijn vader kijkt me vragend aan.
‘Voor het paard.’ Die zal weer honger hebben vannacht.
De grote wortel die ik gisteravond in mijn schoen had gedaan, was helemaal op vanmorgen.
Na de afwas komt mijn vader terug met een wortel. Perfect, net zo’n grote als gisteren.
‘Heb je al een brief geschreven naar de Sint?’.
‘Nee, papa. Sint weet toch alles? Ik heb wel een hele mooie tekening gemaakt.’