Geplaatst in Blog, Dagen en seizoenen

Oude doos

Spulletjes die nèt geen antiek zijn..
Wat de één wonderschoon, tijdloos of nostalgisch vindt, is voor de ander niets meer dan kitsch, retro of gewoon ouwe zooi.

Dit verhaal gaat over zoiets: mijn blauwe muziek-sieradendoos.
Tegenwoordig vast in menig kringloopwinkeltje te vinden.
Ik heb een exemplaar dat je als vintage kan beschouwen: de ballerina staat namelijk in een (papieren) bos. Zó worden ze niet meer gemaakt!
Toen ik die doos als kind voor een verjaardag kreeg, vond ik hem sprookjesachtig mooi.
Als ik hem opende hoorde ik een liedje dat klonk alsof er een groot, verborgen verhaal achter schuil ging.

Vorige maand was ik jarig. 48.
Best oud, nog lang niet bejaard, maar zeker niet jong meer.
Net als de muzieksieradendoos.

1988, 14 jaar – Handige dingen in een doosje

Waarom heb ik een pasje nodig??

Ik zit te piekeren in mijn slaapkamer.
Ik móet vanavond uit, samen met mijn beste vriendin.
Maar kom ik de disco wel in?
Vorige keer stond er een nieuwe uitsmijter, die heel streng was met de leeftijdscontrole.
Hij vroeg me zelfs om een pasje laten zien met mijn geboortejaar erop!
Belachelijk. 
Het lukt me geen tweede keer om me onder deze vernedering uit te kletsen.
Goed dat er geen persoonsbewijzen bestaan, zoals in het boek ‘Vechten voor Overmorgen’, van Evert Hartman dat ik laatst las.
Er gaat een lampje branden: het enige wat ik hoef te doen is mijn geboortejaar veranderen.
Ik knutsel zelf wel wat.

Vol inspiratie ga ik aan de slag.
Mijn muzieksieradenkistje staat geopend op het bureau.
Tussen de bomen zie ik de ballerina ronddraaien op de klanken van het Zwanenmeer. Ik snuffel tussen al mijn belangrijke spulletjes: stickers, ringen, proefmonsters van bedwelmende parfums. Aanstaande oorbellen in de vorm van losse kralen, een veiligheidsspeld en verbogen gekleurde paperclips.
Ik pak er wat pasjes uit. 
Jammer. Geplastificeerd, geen geboortedatum. Heb ik niks aan. 
Dan vind ik wat ik zoek: een papieren pasje mèt foto en geboortedatum.
Van dansles. Waar dat al niet goed voor is.

Ik begin met het analyseren van de cijfers.
1974..wat een lastig jaar. In opperste concentratie probeer ik van een 7 een 6 te fabriceren.
En van de 4..uh..
Ik pruts nog wat en uiteindelijk trek ik alle cijfers nog eens over.
De letters van mijn naam doe ik ook nog maar een keer, dan vallen de dikke cijfers niet zo op.
Kritisch bekijk ik mijn vervalsing.
Kan ermee door.
Ik ren naar beneden, naar de telefoon. Dit heuglijke nieuws moet ik natuurlijk gelijk delen!
Een uur later zegt mijn vader dat het nou eens afgelopen moet zijn met dat ge-bel.

Die avond staan we bij de ingang van de disco.
Dezelfde uitsmijter als vorige week, zag ik net. Shit.
‘Hou oud ben je vandaag?’, vraagt hij.
Met een houding van ‘hoe dùrf je me dit te vragen’, zeg ik ijzig ‘al lang 18 geweest’.
‘Heb je bewijs?’
Ongelooflijk. Met een verveelde puberzucht laat ik mijn vervalste pasje zien.

Het werkt. I’m in!

Op naar de disco!

2000, 26 jaar – Troost uit een doosje

Een moment van stilte tijdens een storm

Ik tuur uit het raam van mijn vroegere slaapkamer.
Even ademhalen bij mijn ouders.
Even zonder mijn (toenmalige) vriend.
Hij woont nu een paar maanden bij me, sinds zijn laatste hevige epileptische aanval. 
We kennen elkaar nog niet zo lang. Samenwonen gaf hem een veiliger gevoel.
Mij ook wel, maar het leek me vooral gezellig.
Tja.

We hebben nog maar pas gehoord dat hij een hersentumor heeft.
Een vonnis als een tikkende tijdbom.
Hij wil het er niet over hebben.
Ik kan er ook niets mee, dus klungelen we maar wat aan: we lopen op eierschalen, de steeds groter wordende olifant in de kamer angstvallig vermijdend.
Hij praat vooral over wat er allemaal niet klopt aan de mensen waar hij mee werkt,
aan de wereld. Aan mij.
Daar stoort hij zich net zo lang en hevig aan, tot hij weer een aanval krijgt en in het ziekenhuis belandt.

Het moeilijkst vind ik zijn voortdurende achterdocht en de vlagen van woede, die hij zelf lijkt te vergeten.
Ik probeer zijn bordjes in de lucht te houden. Míjn vlagen bestaan uit transformatie naar vals kreng, bezorgde moederkloek of praktische verpleegster.
Het lukt me telkens niet om er anders mee om te gaan, ook al wil ik niet zo zijn..

Mijn oog valt op de blauwe sieradendoos in de vensterbank.
Die vond ik vroeger zó mooi.
De ballerina in het bos, bij het meer.
Grappig, Zus was uiteindelijk de gracieuze ballerina van de familie.
Niet ik.
Nu staat mijn kadootje van weleer hier. Nog steeds.

Ik open het, kijk naar de ronddraaiende dame en luister.
Het Zwanenmeer..
Ik wou dat ik kon huilen.
Net zo lang tot ik leeg ben.

Als de klanken vertragen, valt mijn oog op mijn eerste ringetje.
Vertederd doe ik hem om mijn pink.
Ik zie de buttons, een haarspeldje, de oorbellen-in-wording.
Zelfs flippo’s en een soort kerstdingetje? Waren die niet van Zusje?
Oude Sinterklaasgedichtjes, telefoon- en OV-kaarten, oude pasjes.
Die van dansles zit er niet meer in.

De doos en ik

2022, 48 jaar – De oude doos

De vriendin waar ik vroeger uren mee aan de telefoon zat, is bijna jarig. 
Al jaren sturen we elkaar dan een kaartje, waarna het weer bijklets-tijd is.
Ik heb weer een leuke gevonden!
Wat zal ik erop schrijven?

Peinzend kijk ik naar het oude muzieksieradendoosje naast me.
Sinds een paar jaar staat hij nu hier thuis, bij mij en Kas. Op de boekenplank waar de foto van mijn vader staat.
Er zitten wat kringen op het deksel.
De ballerina is een beetje gehavend.
In het bos zie ik een witte vlek, waar ooit een plakbandje vast heeft gezeten.
Er zitten geen sieraden meer in. Die zijn verhuisd (te zien in De schatkist en de ekster).
Wel briefjes, pasjes en Sinterklaasgedichtjes.
De meeste gedichtjes zijn van mijn vader. 
Ik lees ze, terwijl ik luister naar de klanken van het Zwanenmeer.
Ze vormen het warme decor van een denkbeeldige ontmoeting.

De muziek gaat steeds langzamer, net als de ballerina.
Ik schrijf het kaartje vol.

Een paar dagen later hangen de vriendin en ik weer aan de telefoon.
Als vanouds, in een wereld waarin de tijd even stil staat.
Misschien zijn we inmiddels zelf een beetje retro?
Vintage, denk ik. Van een goed jaar. 

Het kaartje dat ik stuurde is van Bobbeez (www.bobbeez.nl), afbeelding Kringloopwinkel.

10 gedachten over “Oude doos

  1. Wow, dat doosje had ik ook! En nu spijt dat ik hem weg heb gedaan…of deed mijn moeder dat? Hmmm…Mooi geschreven weer Christine!

  2. Lieve Christine,
    Wat ben je toch een topper! Je kan echt alles zo mooi beschrijven.
    Ik weet nooit goed wat ik moet schrijven, maar lees je blogs wel altijd, met bewondering.
    Dikke kus, Dinah

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s