Ongeveer zeven jaar geleden vond ik mijn hobby: edelsmeden.
Het smeden en bewerken van (meestal) zilver tot sieraden.
Ik wilde geen les volgens een vast programma. Ik wilde leren edelsmeden zoals ik graag begeleidde: vrij.
Bij edelsmeden wist ik alleen nog niet wat de methoden en technieken waren.
Bij de cursus die ik vond, kon ik dat gaandeweg leren.
Als je ook benieuwd bent, kijk dan eens op http://www.kunstgoud.nl
Ook nu ik minder kracht heb en niet te lang in dezelfde houding kan zitten, kan ik mijn hobby nog doen. Ik leer nog steeds bij. Van mijn mislukkingen, van mijn medecursisten, en natuurlijk van mijn juf. Ze helpt me oplossingen en mogelijkheden te vinden en redt me waar ik er niet meer uit kom.
Waarom ik wilde edelsmeden? Ik vind heel veel dingen mooi. Soms valt iets me ineens op wat het schijnbaar gewone, uitzonderlijk maakt: een nerf in een blad, de structuur van een schelp, het patroon in een uitgesleten stukje hout, de insluitsels en schitteringen van een edelsteen.

Het mooie van edelsmeden vind ik, dat je al je schatten draagbaar kunt maken. En zo jezelf (en soms ook anderen) kunt blijven verwonderen.
Laat maar zien!
Bovendien is het maken zelf geweldig om te doen. Ook daarin kom je de mooiste vormen en structuren tegen. Iets in vuur en vlam zetten, smeden als het heet is, meerdere ijzers in het vuur hebben, witheet en roodgloeiend, vrezen met grote frees, ‘rustig aan, dan breekt het zaagje niet’..net als het leven zelf.
Ik ben van nature niet erg gestructureerd of planmatig. Door ervaring kan ik prima aan anderen uitleggen hoe handig het is om dat wèl te zijn. Bij mezelf loopt het als vanzelf, altijd een beetje anders. Ik weet niet wat er gebeurt op het moment dat ik een schuifmaat (een soort meetlat) vast houd. Meten is bij mij niet per se weten. Hoe nauwkeurig ik ook denk alles te berekenen, nooit kom ik Precies Goed uit. Het is meestal ‘een ongeveertje’.
Dat hoeft niet altijd rampspoed en andere ellende te betekenen.
Hooguit is het meer werk, of in het ergste geval zwaar balen als bij een laatste vlam of tik mijn aanstaande mooie ringetje letterlijk in duigen valt. ‘O nee..’, is dan mijn gevleugelde reactie.

Soms brengt zo’n klein drama nieuwe mogelijkheden met zich mee.
Een steen scheef gezet? Natuurlijk zou ik het los kunnen zagen en een nieuwe poging wagen.
Òf de hele ring schots en scheef maken. Dan hoort het zo. Ik zou voor het laatste kiezen.
Uitgeschoten met de vijl? Zou ik glad kunnen schuren. Liever maak ik er wat krasjes bij. Geeft een mooi dof effect aan het zilver.
Per ongeluk een gat gefreest waar ik het niet wilde hebben? Dan wordt het ineens toch een wervelend patroon van gaatjes.
‘Organisch’, noem ik het vervolgens.
Soms is het gewoon jammer.
Uithuilen, soms omsmelten en opnieuw beginnen.
Een ochtend in de werkplaats
Ik heb net mijn kopje koffie op en ga verder met mijn ring.
Het is nu alleen nog een strip zilver. Ik ben de bovenkant zodanig aan het verhitten dat de bovenlaag smelt.
Burn baby, burn. Het bubbelt en bruist. Bijna magisch. Als ik op tijd stop, heb ik een prachtig patroon in het zilver. Nooit hetzelfde, ik kan het niet sturen.
Het patroon golft al mooi. Blub! Oeps, net iets te lang de vlam erop. Gat in mijn zilver.
Aan de bovenkant. Ik durf het niet aan om er nog een gat bij te branden.
Het komt nooit waar ik het verwacht. In het ergste geval wordt mijn ‘strip zilver met gat’ een zilveren balletje.
Dat willen we niet. Als ik nog eens goed kijk, zie ik het. Er past precies een edelsteentje in..perfect!
Vol goede moed ga ik verder, terwijl ik wat meezing met een liedje van onze ochtend-playlist.

Een nieuwe cursist is binnen gekomen.
‘Welkom bij de cursus Omgaan met Frustraties!’, zeg ik vrolijk.
Ze kijkt me wat bevreemd aan. Edelsmeden toch?
Ze heeft grootse plannen. Leuk, benieuwd wat het gaat worden.
De juf neemt samen met haar wat dingen door.
Na wat overleg en verdere instructies gaat de nieuwe clubgenoot aan de slag.
Meten, aftekenen, zagen.
Hier wordt gewerkt. De geluiden van hamers, branders, hangmotoren, schuurlatjes, gesmeed zilver dat in het water wordt geblust: pssssssjt. Plotseling een Dzinggggg!
Het bekende geluid van de knappende zaag.
Bij de vijfde Dzingggg is de toegenomen wanhoop bijna tastbaar rondom onze nieuwe collega. Zowel het geluid als het gevoel herken ik zó.
Geruststellend (en hopelijk bemoedigend) knik ik haar toe. Hou vol, je komt er wel.
Wie wil er nog koffie?
Prachtig die ring met die groene steen. Uitgeschoten met de vijl.
Ik zou zeggen: ‘ meer van die uitschieters!’ Nu weet ik waar die uitdrukking vandaan komt!
Ik doe mijn best, Luus😉
Haha, zoo mooi. En zo waar ❤.
Dank je wel, Jeannette 🥰 ook voor het delen!